review: Mens blijven aan het front
een recensie van Mens blijven aan het front van Andrii Kobaliia en Gilles van der Loo
Dit boek is geschreven door Gilles van der Loo op basis van zijn videogesprekken met Andrii Kobaliia. Het bestaat uit hoofdstukken waarin Kobaliia's ervaringen vanuit zijn perspectief worden beschreven, en uit stukken van Van der Loos gedachten.
De Kobaliia-hoofdstukken zijn waar je het boek voor leest; daarin wordt beschreven hoe het leven er aan het front in Oekraïne uitziet. In het begin in veel detail, maar in de loop van het boek steeds minder en wordt het een waas van overplaatsingen. Dit geeft reflecteert waarschijnlijk Kobaliia's gewenning aan het front en aan de groeiende ongevoeligheid waarmee hij gedurende het boek kampt. Daarnaast zal het wel herhaling tegengaan – kou blijft immers kou en modder blijft modder. Misschien speelt ook nog mee dat het leven van infanterie aan een frontlinie die sinds begin 2022 drastisch is verschoven minder gevoelig is dan informatie over drone-eenheden die in 2023 aan ongeveer hetzelfde front vochten als in 2024. Hoe dan ook waren het juist de details waarin ik geïnteresseerd was, en die miste ik een beetje tegen het eind.
De Van der Loo-hoofdstukken zijn in mijn mening compleet onnodig. Heel, héél af en toe zit er een klein stukje zinvolle analyse in, maar vaak dragen deze stukken tekst werkelijk niets bij. Een samenvatting/herhaling van de vorige zes bladzijden, een anekdote uit Van der Loos leven die niets met Kobaliia's verhaal te maken heeft, of gewoon woorden waarmee niks wordt gezegd. In het begin is Van der Loo bezig met hoe iemand ervoor kiest om te vechten, wat ik op zich wel een interessante vraag vind, maar ook dat verdwijnt een beetje. (In het dankwoord dankt Van der Loo Kobaliia "van wie ik geleerd heb dat ook ik zou blijven om te vechten voor het behoud van mijn stad en land", maar deze conclusie volgt niet uit de tekst.) Van der Loo neemt te veel ruimte in in Kobaliia's verhaal zonder er wat aan bij te dragen, en het komt over als pure paginavullerij.
Dit boek is geschreven door Gilles van der Loo op basis van zijn videogesprekken met Andrii Kobaliia. Het bestaat uit hoofdstukken waarin Kobaliia's ervaringen vanuit zijn perspectief worden beschreven, en uit stukken van Van der Loos gedachten.
De Kobaliia-hoofdstukken zijn waar je het boek voor leest; daarin wordt beschreven hoe het leven er aan het front in Oekraïne uitziet. In het begin in veel detail, maar in de loop van het boek steeds minder en wordt het een waas van overplaatsingen. Dit geeft reflecteert waarschijnlijk Kobaliia's gewenning aan het front en aan de groeiende ongevoeligheid waarmee hij gedurende het boek kampt. Daarnaast zal het wel herhaling tegengaan – kou blijft immers kou en modder blijft modder. Misschien speelt ook nog mee dat het leven van infanterie aan een frontlinie die sinds begin 2022 drastisch is verschoven minder gevoelig is dan informatie over drone-eenheden die in 2023 aan ongeveer hetzelfde front vochten als in 2024. Hoe dan ook waren het juist de details waarin ik geïnteresseerd was, en die miste ik een beetje tegen het eind.
De Van der Loo-hoofdstukken zijn in mijn mening compleet onnodig. Heel, héél af en toe zit er een klein stukje zinvolle analyse in, maar vaak dragen deze stukken tekst werkelijk niets bij. Een samenvatting/herhaling van de vorige zes bladzijden, een anekdote uit Van der Loos leven die niets met Kobaliia's verhaal te maken heeft, of gewoon woorden waarmee niks wordt gezegd. In het begin is Van der Loo bezig met hoe iemand ervoor kiest om te vechten, wat ik op zich wel een interessante vraag vind, maar ook dat verdwijnt een beetje. (In het dankwoord dankt Van der Loo Kobaliia "van wie ik geleerd heb dat ook ik zou blijven om te vechten voor het behoud van mijn stad en land", maar deze conclusie volgt niet uit de tekst.) Van der Loo neemt te veel ruimte in in Kobaliia's verhaal zonder er wat aan bij te dragen, en het komt over als pure paginavullerij.