review: Met z'n zessen in bed
Dec. 9th, 2024 04:49 pmeen recensie van Met z'n zessen in bed: De toekomst van liefde, van polyamorie tot relatiepillen van Roanne van Voorst
Ik heb tegenwoordig met alle nonfictie dat ik méér had gewild: meer informatie, meer analyse, meer diepgang. Bij Met z'n zessen in bed had ik dat gevoel minder dan gemiddeld, dus dat is positief.
Het boek was grotendeels interessant en ook fijn geschreven, het las heel snel. Het nadeel van zo'n groot thema als "de toekomst van liefde" is dat je niet veel ruimte hebt voor de subthema's. Aan de hand van de hoofdstuktitels verwachtte ik wat meer uitweiding over mensen die celibaat zijn bijvoorbeeld, en ik was verrast dat de 4B-beweging en de incels niet aan bod kwamen. Bij avatars en virtuele realiteit viel er naar mijn mening nog wel meer te zeggen over identiteit(sconstructie).
Het hoofdstuk over sekswerk was wel sterk, en het hoofdstuk over polyamorie was niet slecht (ik heb lage verwachtingen). Van Voorst is monogaam, maar reflecteert op wat ze zelf kan leren van polyamorie en polyamoreuze filosofie, en hoe ze dat kan toepassen op haar eigen relaties.
Ik begrijp dat relatieanarchie moeilijk te definiëren is; er bestaat waarschijnlijk niet een enkele "correcte" definitie. Ik kom wel duidelijk incorrecte definities tegen. Ik ben dan ook niet onder de indruk van "Relatieanarchie: een groepsrelatie die egalitair is, waar dus geen hiërarchie bestaat." Dat is namelijk de definitie van niet-hiërarchische polyamorie.
Ik weet niet waarom mannen als Seneca en Cicero en witte mannen uit de Europese Renaissance worden aangehaald als vriendschap gedefinieerd moet worden.
Het was een redelijk goed boek, tot het laatste hoofdstuk: "Een genderrevolutie en het einde van de hetero's". Dit hoofdstuk was slecht. Van Voorst weet niet genoeg over queerness en gender en heeft duidelijk onvoldoende onderzoek gedaan. In haar streven naar een valse objectiviteit zet ze [mensen die strijden voor hun eigen rechten] op één lijn met [mensen die de rechten van anderen willen inperken] – "beide kanten" hebben namelijk "sterke emoties". Transfobe mythen worden zonder reflectie overgenomen, statistieken van twijfelachtige kwaliteit worden slecht geïnterpreteerd, termen worden verkeerd gebruikt, Butler wordt verkeerd geduid. Bovendien schrijft van Voorst hier nauwelijks wat over liefde en haar toekomst, dus het hoofdstuk draagt ook niets bij aan de onderzoeksvraag.
Het nawoord met conclusie is ook niet sterk. Het voelt alsof van Voorst er hier niet echt zin meer in heeft en weinig te zeggen heeft.
Ik heb tegenwoordig met alle nonfictie dat ik méér had gewild: meer informatie, meer analyse, meer diepgang. Bij Met z'n zessen in bed had ik dat gevoel minder dan gemiddeld, dus dat is positief.
Het boek was grotendeels interessant en ook fijn geschreven, het las heel snel. Het nadeel van zo'n groot thema als "de toekomst van liefde" is dat je niet veel ruimte hebt voor de subthema's. Aan de hand van de hoofdstuktitels verwachtte ik wat meer uitweiding over mensen die celibaat zijn bijvoorbeeld, en ik was verrast dat de 4B-beweging en de incels niet aan bod kwamen. Bij avatars en virtuele realiteit viel er naar mijn mening nog wel meer te zeggen over identiteit(sconstructie).
Het hoofdstuk over sekswerk was wel sterk, en het hoofdstuk over polyamorie was niet slecht (ik heb lage verwachtingen). Van Voorst is monogaam, maar reflecteert op wat ze zelf kan leren van polyamorie en polyamoreuze filosofie, en hoe ze dat kan toepassen op haar eigen relaties.
Ik begrijp dat relatieanarchie moeilijk te definiëren is; er bestaat waarschijnlijk niet een enkele "correcte" definitie. Ik kom wel duidelijk incorrecte definities tegen. Ik ben dan ook niet onder de indruk van "Relatieanarchie: een groepsrelatie die egalitair is, waar dus geen hiërarchie bestaat." Dat is namelijk de definitie van niet-hiërarchische polyamorie.
Ik weet niet waarom mannen als Seneca en Cicero en witte mannen uit de Europese Renaissance worden aangehaald als vriendschap gedefinieerd moet worden.
Het was een redelijk goed boek, tot het laatste hoofdstuk: "Een genderrevolutie en het einde van de hetero's". Dit hoofdstuk was slecht. Van Voorst weet niet genoeg over queerness en gender en heeft duidelijk onvoldoende onderzoek gedaan. In haar streven naar een valse objectiviteit zet ze [mensen die strijden voor hun eigen rechten] op één lijn met [mensen die de rechten van anderen willen inperken] – "beide kanten" hebben namelijk "sterke emoties". Transfobe mythen worden zonder reflectie overgenomen, statistieken van twijfelachtige kwaliteit worden slecht geïnterpreteerd, termen worden verkeerd gebruikt, Butler wordt verkeerd geduid. Bovendien schrijft van Voorst hier nauwelijks wat over liefde en haar toekomst, dus het hoofdstuk draagt ook niets bij aan de onderzoeksvraag.
Het nawoord met conclusie is ook niet sterk. Het voelt alsof van Voorst er hier niet echt zin meer in heeft en weinig te zeggen heeft.